Gepost door Rien den Besten op 25 september 2017
Er zijn veel verschillende programmeertalen. En als je naar de vier codevoorbeelden kijkt (herken je om welke talen het gaat?), dan vraag je je af: waarom zijn die er eigenlijk?
In het onderdeel "Grammatica's" laten we aan de leerling zien wat de reden is dat al die verschillende soorten programmeertalen er zijn. En waarvoor ze precies worden gebruikt. Dan is meteen ook duidelijk waarom een app die in de Google Play Store staat, niet automatisch ook in de App Store beschikbaar is.
Maar we gaan nog een niveau dieper. Want hoe is het mogelijk dat een compiler de 'taalfouten' ontdekt in je code? Dat is omdat er grammatica's bestaan. Dat zijn de regels die heel precies voorschrijven hoe code eruit mag zien.
Volgens het examenprogramma moeten leerlingen leren "grammatica's hanteren als hulpmiddel bij de beschrijving van talen".
Hoe geven we dat vorm? We laten leerlingen een eenvoudig voorbeeld van zo'n grammaticale regel zien en er zelf mee aan de slag gaan. Dat doen ze interactief: een handige online tool die direct duidelijk maakt hoe je met een grammatica een coderegel kunt controleren op juistheid.
En zo begrijpen de leerlingen hoe een parser zijn werk kan doen. We leggen ook meteen uit wat voor soort fouten je eigenlijk kunt maken bij het programmeren: syntax errors, runtime errors en semantic errors.
-- Share It --